Mogelijk gemaakt door Blogger.

woensdag 25 maart 2015

Te Anau - Tuatapere - Humpridge Track - Invercargill - The Catlins - Dunedin - Oamaru - Christchurch

Hoeveel schoonheid kan een mens aan? Na onze vorige trektochten en de verrassingsboottocht (zie vorige blogpost) vielen we even in een dip. Want na al die ongelofelijke natuurpracht waren we ervan overtuigd dat het gewoon niet meer beter kon. Dat we misschien maar beter meteen op het eerste vliegtuig richting Azië konden springen, want het onontdekte kwartje Zuidereiland dat hierna kwam kon ons bijna-utopisch beeld van Nieuw-Zeeland alleen maar bezoedelen. Dachten we. 

Maar kijk, dan trokken we drie dagen op de Humpridge Track en zagen we de zee aan een kant en bergen aan de andere (het Oeps-jas-vergeten-in-de-hut-twee-uur-terugwandelen-moment negeren we even). We reden langs schattige dorpjes en triestige steden (ahum, Invercargill) waar niet bijster veel te beleven viel en sommige inwoners dan maar (uit verveling?) creatief waren loos gegaan met oude theepotten, oud ijzer of zowat alles wat anderen ooit bij het grof huisvuil gezet hadden.

We sjeesden dwars door de Catlins, een wondermooi kustgebied dat er uitziet alsof de eerste Europese kolonisten er pas gisteren zijn aanbeland. We liepen naar het meest zuidelijke puntje van het Zuidereiland, zoals we bijna vier maanden  eerder deden met het noordelijkste uiteinde van het Noordereiland. We ontdekten een van de leukste boekenwinkels ter wereld die nog nooit in een internetlijstje van leukste boekenwinkels ter wereld is verschenen. We aten Belgische éclairs naar Duits recept (het zag er lekkerder uit dan het smaakte) en trokken stilaan dichter naar het eindpunt van onze trip in dit prachtige land. 

Maar zover zijn we nog niet. Bruce en Kathy, twee geëmigreerde Amerikanen (uit San Francisco) verwachten ons in Wainui, een gehucht in de buurt van Akaroa, een oorspronkelijk Frans dorpje op het Banks-schiereiland in de wijde omgeving van Christchurch. Nog zo'n stukje blanco gebied op onze Nieuw-Zeelandkaart. 

































































































donderdag 5 maart 2015

Abel Tasman Coast Track - Westkust - Wanaka - Queenstown - Routeburn Track - Surprise! - Kepler Track

Ngaio Bay was hemels, maar het avontuur roept alweer. We moeten verder.

Het pad leidt ons naar het Abel Tasman National Park.

Een tropische kuststrook.

Langs een zwembadblauwe zee.

Met wuivende varenpalmen.

Zuiderse zandstranden.

En vreeswekkende krijgers.

Maar niets houdt ons tegen.

En de tocht gaat verder.

Verder langs de woeste westkust van het Zuidereiland.

Waar de zee wilder is.

De rotsen ruiger.

En de wind genadeloos.

In Hokitika houden we halt. Om voorraad in te slaan (denkt de een). Om ons lot te bezegelen (weet de ander).

We rusten uit, maar niet lang.

Ook hier ligt het gevaar op de loer.

Verder gaat het.

Langs de langzaam wegglijdende Franz Josefgletsjer.

Een wonderlijk zicht vanop afstand.

Maar verraderlijk van dichtbij.

Net als de Foxgletsjer.

Een ijzige schreef in een maanlandschap.

Dan ziet Lake Hawea er een stuk lieflijker uit.

Landinwaarts trekken we verder richting Queenstown.

Aan het glasheldere water van Lake Wakatipu. 

Maar het einde is nog niet in zicht.

Want we verlaten de weg (en ons nobel ros Willy) en wagen ons te voet verder.

Door donkere bossen.

Langs mossige wanden.

Over kabbelende bosbeken.

En gutsende bergstromen.

Voorbij een mysterieuze voorbode van wat er de volgende dag te wachten staat.

Maar zover zijn we nog niet. Eerst op zoek naar een geschikte plek.

Om de nacht door te brengen.

Want de volgende dag wandelen we de bergkam over.

Met nog meer watervallen.

En borrelende bergbeekjes.

Die zich kronkelend een weg door het landschap wringen.

We strompelen verder.

Hier en daar aangemoedigd door een zeldzame bergbloeier.

"Misschien is dit een goede plek om te lunchen?"

Het lijkt op een onschuldige vraag, maar er is een dieperliggend motief.

Een enkele vraag en een simpel tweeletterig antwoord later en ons lot heeft een nieuwe bestemming gekregen.

Een die ons beiden heel erg bevalt.

Wild bloesemende bergbomen begeleiden ons op het nieuwe pad.

En spectaculaire uitzichten bieden een glimps op onze volgende rustplaats.

Aan de oevers.

Van een magisch bergmeer.

In een canvas kasteel.

De volgende morgen priemt de zon al vroeg door het dichtbegroeide woud.

Terwijl felgekleurde alpenpapegaaien hun stembanden smeren.

De laatste nevelen trekken op.

En wij dartelen verder langs watervallen.

Op weg naar de volgende verrassing.

Een plek waar onze voeten, noch onze Willy ons heen kan brengen.

Een plek tussen zo'n onherbergzame kliffen.

Dat enkel de baren van de zee ons erheen kunnen leiden.

Doubtful Sound.

Een mysterieuze oase tussen de groene rotswanden.

Waar het diepblauwe oppervlak tal van geheimen herbergt.

In alle maten.

En soorten.

Want of het nu een sprong in het diepe of een dertigste verjaardag is, onbevreesd gaan we ook dit avontuur tegemoet.

In stijl en comfort.

Maar ook niet te veel, zodat we vroeg genoeg uit de veren kunnen.

Om dit niet te missen.











En met een zelfvoldane grijns nemen we afscheid van dit stukje paradijs.

Maar het geluk blijft niet aan onze kant. Er hangt iets in de lucht.

En hoewel de varens de regendruppels wel weten te waarderen. 

En de weg toch enkele kleine verrassingen achter de hand houdt.

Wij zien het toch liever zoals op dag twee.

En we zijn niet alleen.

Ook de alpenpapegaaien op de Kepler Track.

Houden zich schuil boven de wolken.

De zon doet haar best.

De bergtoppen rijzen langzaam maar zeker.

Door de wolkenzee omhoog.

Tot de sluier helemaal wordt opgelicht.

En we onze hachelijke tocht verderzetten.

Bergkammen overwinnen.

Genietend van het uitzicht en de natuur.

Veraf.

En dichtbij.

Maar bovenal genietend van elkaar.















































 
Twitter Facebook Dribbble Tumblr Last FM Flickr Behance