Mogelijk gemaakt door Blogger.

zondag 31 mei 2015

Nights in Bangkok (en daarbuiten)

| | 0 reacties
Thailand. Het land van de seksindustrie, de ladyboys en het massatoerisme. Van vreselijke full moon parties, hordes vervuilende westerlingen en het goedkope leven. En ook het land van enkele vervuilende industrieën en plantages waar hectares regenwoud voor gekapt werd. 

En toch is het wel degelijk zo paradijslijk als iedereen beweert. Toegegeven, Bangkok kan je bezwaarlijk een paradijs noemen. Er is amper groen, snelwegen lopen dwars door de stad (soms zelfs op twee niveaus), met de auto geraak je nergens, want er is altijd en overal file. Maar het openbaar vervoer zijn ze in het masterplan (zou dat ooit bestaan hebben?) van de stad blijkbaar vergeten, waardoor dat nu ook grotendeels knal boven de gewone wegen loopt. 





En dan is het ook nog eens bloedheet, temperaturen van 39 graden zijn normaal. En mensen. Overal mensen. Zoveel als er in heel België wonen in één stad. Op elke straathoek verkoopt er wel iemand iets. 

En toch is dit een ontzettend fascinerende stad die duizend keer meer leeft dan het artificiële, cleane Singapore. De mensen lachen opnieuw en ook al is alles en iedereen voortdurend in beweging, er lijkt minder stress. 

Het kan haast niet anders dan dat de religie er voor iets tussen zit. Het boeddhisme is alomtegenwoordig en knal in de stad staan de meest onwaarschijnlijke bouwwerken. De tempels en paleizen hier lijken zo weggelopen uit een sprookjesboek, met het Grand Palace (inclusief de tempel Wat Phra Kaeo, zie foto's) op kop. 
















Mensen lijken ook minder opdringerig en rustiger, wat meteen ook een groot verschil is met Indonesië. Eén kordate "No thank you" volstaat hier doorgaans om te voorkomen dat we met veertig valiezen vol brolsouvenirs terugkeren of duust tuktuks nemen van hot naar her.

Er wordt meer gelachen, niemand wordt ooit kwaad (het is hier ab-so-luut not done om te beginnen brullen, wat in combinatie met deze bevolkingsdichtheid en chaos echt on-ge-lo-fe-lijk is in onze Westerse ogen) en de meeste mensen lijken een innerlijke rust te hebben waar wij eerst tien jaar yoga, mindfullness en meditatie voor moeten doen. Danku, Buddha. 

Hoe intrigerend Bangkok ook mag zijn, na een paar dagen rond strompelen in die vreselijke hitte, is het brein van elke normale Westerling gekookt. Tijd dus om te ontsnappen. En kijk, vonden we toch geen drijvende guesthouse op het Vajiralongkom Lake zeker!

Vijf dagen worden we voortgesleept vanaf Sangkhlaburi richting zuiden en terug op het 75km lange meer. Hier en daar ploffen we onszelf in een kajak om een dorpje of een verzopen tempel te bezoeken, in een schattengrot te kruipen of een rafting met bamboovlotten te doen. En tussendoor worden we volgepropt met heerlijk Thais eten en goedkope cocktails. Oh wat een heel zwaar leven!




















Iets minder leuk was het leven van de duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangen die tijdens WOII de Thailand-Burma Railway aangelegd hebben, niet voor niets bijgenaamd The Death Railway (meer dan 100.000 op 15 maanden tijd en 415km). In Kanchanaburi kregen we beetje bij beetje meer zicht op de gruweldaden die de Jappen hier aangericht hebben voor een quasi nutteloos project. De spoorweg deed nog geen twee jaar dienst.

Nu ziet het er allemaal best idyllisch uit, al is de brug over de Schelde in Temse veel mooier dan de legendarische Bridge over the River Kwai. Ook de massakerkhoven zijn plaatsen van rust, behalve dan als er weer een partyboot vol Chinezen voorbij komt boenken.












Een paar watervallen, nationale parken, dorpen en veel Bangkokiaanse suburbs later bevinden we ons weer in de betonnen jungle om daar op zoek te gaan naar onze nieuwe reisgenoot en met de verkenning van een compleet ander land voor de boeg: het wonderlijke Myanmar! 




















0 reacties:

Een reactie posten

 
Twitter Facebook Dribbble Tumblr Last FM Flickr Behance